Zaai wat je weet: de grond van de ongeziene steden

Zaai wat je weet. We hadden deze woorden gebeden tijdens onze Bijbelstudie deze ochtend en nu kwamen ze weer in mijn gedachten.

In Marcus 4, vertelt Jezus over een boer die zaad zaait in vier verschillende soorten grond. Terwijl mijn team van onverschrokken korte-termijnwerkers deze passage bestudeerde, kwamen allerlei gedachten in mijn hoofd over zaad zaaien in deze stad en in de andere ongeziene steden die we bezoeken.

Tuqwa?

Zaai wat je weet. De woorden dwarrelden door mijn hoofd terwijl ik door een eeuwenoude, rijkversierde moskee liep, die open was voor toeristen.

“God, ik ken de lokale taal niet,” begon ik te bidden.

Zaai wat je weet

Er stond een groep moslimgeleerden in de buurt.

Ik kende een paar woorden in het Arabisch. Dus ik begroette hen, wees naar mijn hart, en daarna dat van hen en vroeg, Tuqwa? Wat betekent dat iemand een vrome volgeling van God is, met een rein hart.

Ze keken op en knikten instemmend.

Malikut Allah? vroeg ik vervolgens, wat het Koninkrijk van God betekent. Dit leken ze niet te begrijpen.

Ik ging over op Engels en vroeg. “Volgen de mensen die hier bidden God werkelijk met tuqwa, met hun hele hart, of bidden ze slechts vanuit plichtsbesef?”

Het gezicht van één van de geleerden lichtte op bij mijn vraag. Hij stapte naar voren en stelde zichzelf voor als Muhammad en nodigde mij en mijn teamgenoten uit voor een wandeling.

“Ik vroeg hem op zoveel mogelijk manieren als ik kon of hij echt van Jezus hield en Hem volgde.”

Een avontuur op blote voeten

Hij gebaarde ons om hem te volgen, terwijl hij, nog steeds op zijn blote voeten, door een zijdeur van de moskee naar een levendig marktplein ging. Wij volgden hem gehoorzaam, ook op blote voeten terwijl we afval, rioleringen en vuil ontweken. Ik probeerde er niet aan te denken wat voor ziektes je kunt krijgen door op blote voeten door de straten van een warme, vochtige, drukke stad te lopen.

We volgden onze gids, terwijl we behoedzaam door de straten stapten. Waar wilde hij ons naartoe brengen? Vroeg ik me af. Ik gluurde achterom naar mijn teamgenoten. Hun gezichten weerspiegelden mijn eigen mix van vrees, verwarring en gretigheid om in een avontuur te belanden.

Maar Muhammad bleef doorlopen. Hij nam zijn nieuwe rol om ons welkom te heten in de buurt duidelijk heel serieus.

We liepen tussen voorbereidingen van een bruiloft door en slingerden langs een binnenplaats waar een groep gesluierde vrouwen stil bij elkaar zat rond het bedekte lichaam van een overleden vriend. We hoorden dat het de derde dag van de rouw was.

Ten slotte kwamen we bij een oud gebouw dat verborgen lag in het midden van de buurt. We stapten naar binnen om de kisten van een aantal overleden heiligen te zien in hun graftombes.

Na een aantal minuten leidde Muhammad ons weer de straat op.

Een verrassing

Terwijl we terugliepen langs de markt naar de moskee, waar we waren gestart, kwamen de woorden weer in mijn gedachten: ‘zaai wat je weet.’

Ik dacht, ik ken de naam van Jezus, die zelf het Woord is.

Dus zei ik tegen Muhammad:Ik volg Isa al-Masih,” wat betekent, Jezus de Messias.

Muhammad knikte en uit zijn blik bleek dat hij dit kende, en zijn ogen twinkelden, als ogen dat echt kunnen doen. Met de voorbereidingen van de bruiloft en de markt nu achter ons, stopte hij en zei eenvoudig:Ik ook.”

In zijn gebroken Engels en een beetje Arabisch, legde Muhammad uit dat hij elke dag in Jezus naam bidt. Dit was zijn doha gebed. In tegenstelling tot de rituele gebeden die moslims vijf keer per dag doen, is doha voorbede die elk moment kan worden gedaan. Muhammad vertelde me dat hij elke zondag met zes of zeven anderen de Bijbel bestudeert in zijn huis.

Ik kon het nauwelijks geloven. Dus ik vroeg hem op zoveel mogelijk manieren als ik kon of hij echt van Jezus hield en Hem volgde. Muhammad bleef lachen en dezelfde dingen zeggen.

Toen wees hij naar mij en wees naar zichzelf en zei in het Engels, “jij bent mijn zuster.” Zijn ogen twinkelden weer.

Werkers die Muhammad kunnen bemoedigen

Ik kon niet wachten om dit aan mijn teamgenoten in deze stad te vertellen en hen in contact te brengen met Muhammad. Ik voelde een golf van dankbaarheid dat er werkers in deze stad zijn, een team bestaande uit een aantal gezinnen, om deze man te bemoedigen.

(In een stad die we de volgende dag bezochten, een paar uur zuidelijker, waren geen werkers van een organisatie).

“Jezus, wat vindt U hiervan?” Vroeg ik me in stilte af. “Is dit echt?”

Een vreemd soort gemeenschap

Mohammad leidde onze kleine groep reizigers naar de stoep voor de moskee. Hij legde een gebloemd tafelkleed op de stoep en gebaarde ons om te gaan zitten.

“Chai,” zei hij, terwijl hij de drukke straat afliep en terugkwam met een dienblad met kleine papieren kopjes met kruidige zoete thee.

Terwijl we van onze thee nipten, voelde het als een soort gemeenschap. Een vreemd soort gemeenschap, dat wel.

Achter ons stonden de oude zuilen van de moskee en imams gekleed in lange witte gewaden. Taxi`s, motoren, vee en groepen mensen kwamen ons voorbij. Op de overloop vlak boven ons was een rij schoenen op elkaar gestapeld, achtergelaten door de moslims die binnen gingen bidden. Ik gluurde naar de kraam met lingerie naast ons, waarvan Muhammad ons trots had verteld dat hij van zijn broer is.

“Jezus, wat vindt U hiervan?” Vroeg ik me in stilte af.Is dit echt?”

Ik kreeg het gevoel dat hij me vertelde, “Je hebt de goede grond gevonden. Bedankt dat je vandaag wat boodschappen over het Koninkrijk hebt gedeeld. Geniet van je thee. Ik doe de rest.”

Het Goede Nieuws delen met moslims

Waar begin je en hoe pak je het aan? Wat is een goede manier? Lees hier het ervaringsverhaal van Lydia.

Maandelijks vergelijkbare verhalen in je mailbox ontvangen? Meld je hier aan!