Mozzarella en een wonder in de supermarkt
Ik staarde naar het aanbod van de kaasafdeling in mijn Amerikaanse buurtsupermarkt en mompelde een halfslachtig supermarktgebed: “Was er maar een Arabische persoon hier die ik het zou kunnen vragen.”
Mozzarella
Even later zag ik haar, een moslimvrouw. Ze duwde haar karretje voort en liep enigszins mank. Haar hoofddoek met een bruin patroon was met een grote knoop vastgemaakt in haar nek, haar gezicht werd er elegant door omlijst. Ik ben geen vrijmoedig persoon, maar zo’n direct antwoord op mijn gebed kon ik niet negeren.
Nadat ik de vrouw zag, vroeg ik of ze Arabisch was. Aarzelend knikte ze. “Misschien kun je me dan helpen,” zei ik. Ik legde uit dat ik manakeesh, wilde maken, een smakelijk platbrood uit het Midden-Oosten. “Ik weet alleen niet wat voor soort kaas ik moet gebruiken.”
“Mozzarella,” zei ze vlak en met een licht accent.
“Geweldig,” zei ik. “Dat is makkelijk, dat ga ik kopen.”
Het leek erop dat ze het gesprek wilde afronden, maar ik vroeg haar of ze in de buurt woonde. Dat deed ze en ze voegde er wat toeschietelijker aan toe dat ze Jinan heette. Toen verraste ze me door me te vertellen over de problemen die haar gezin heeft met hun huurbaas en de kosten van de huur. Jinan vertelde ook dat ze vrijwilliger is op de school van haar kinderen en dat ze haar man steunt die lange dagen moet werken. “Je houdt duidelijk van je gezin,” zei ik tegen haar. “Dat doet God plezier, weet je.” We lachten naar elkaar.
Het wonder in de supermarkt
Toen zei ik, “ik denk dat wij veel gemeen hebben. Zou je het Woord van God een keer met mij willen bestuderen?” Jinan omzeilde het onderwerp door te zeggen dat ze erg druk was. Ze moest voor haar gezin zorgen. En ze had een afspraak met de dokter voor wat een beginnende artritis in haar knie leek te zijn, een gevolg van een blessure jaren eerder.
Ik vroeg haar dus of ik met haar mocht bidden in de naam van Jezus. Jinan stemde in en ik bad voor haar huurproblemen en vroeg de Heer haar gezin te zegenen. Daarna legde ik voorzichtig mijn hand op haar schouder en vroeg ik of mocht bidden dat haar knie zou genezen. Ze knikte en ik bad in de naam van Jezus dat de pijn haar lichaam zou verlaten. Op dat moment begon Jinan te huilen. Ik vroeg haar of ze nog pijn had.
“Prijs de Heer, ik heb geen pijn,” antwoordde ze. “Van Godswege, er is geen pijn!”
Ze begon te snikken en omarmde me in een stevige omhelzing. “Jezus heeft jou genezen,” zei ik toen Jinan zich uiteindelijk losmaakte. Ze lachte en knikte terwijl ze haar tranen wegveegde met haar mouw. Voordat ze vertrok gaf ze me haar telefoonnummer en nog een knuffel en beloofde me dat we snel samen zouden lezen in het Woord.
Ik kocht mijn mozzarella en verliet de winkel opgetogen. Niet alleen had God mijn gebed verhoord om een Arabische vrouw te ontmoeten. Hij had mij ook gebruikt om haar in contact te brengen met Jezus Christus, de Geneesheer. Nu bid ik voor Jinan en haar gezin om Hem te ontdekken als Heer en Redder.
God roept mensen. Wij hoeven alleen maar bereid te zijn om stappen te zetten in geloof. Durf jij het aan om kennis te maken met moslims en hen te vertellen over Jezus? Kijk dan eens op ‘vind jouw rol’ en vind uit wat jij kan doen.
Maandelijks vergelijkbare verhalen in je mailbox ontvangen? Meld je hier aan!