Firas heeft elk stofje van het theeglas gepoetst totdat er geen vlekje meer op zit. Hij ging door tot hij zeker wist dat het echt schoon was.
Hij dacht eraan hoe hard hij vandaag heeft gewerkt – en dat terwijl hij aan het vasten is. Hij had de gastank vanuit de stad naar het eetcafé gesleept, de grill schoongeschraapt en de twintig hookah`s (de dunne waterpijpen die de klanten gebruiken om tabak met een smaakje te roken) schoongemaakt. Hij heeft zelfs het dubbele aantal voorgeschreven gebeden uitgesproken in de moskee. God moet hem wel belonen voor zijn inzet.
In de schemering klonken de bellen van de nabijgelegen moskeeën om het einde van de vastendag aan te geven. Mannen en kinderen renden hun huizen in. Arbeiders maakten zich klaar voor het avondeten. Moeders brachten het eten binnen. Het was iftar – het moment wanneer veel moslims de vastendag verbreken met een maaltijd die bestaat uit soep, dadels en melk.
Nu het in de avonden in het eetcafé weer wat drukker werd, verbraken Firas en zijn baas samen het vasten in de keuken van het restaurant.
Iets in hun gesprek gaf hem een ongemakkelijk gevoel. Het was de heilige maand, waarin moslims zich onthielden van lichamelijk genot gedurende de dag. Maar voor sommige mensen leek het wel alsof het breken van het vasten ook gelegenheid gaf voor ongeremd gedrag.
Hassan dronk een groot glas melk leeg, veegde zijn mond af en stond op. “Ik ga bidden,” zei hij, terwijl hij via de achterdeur uit de winkel vertrok. “Je hebt wat vlekjes gemist op de glazen. Maak ze allemaal opnieuw schoon voordat er iemand komt. Ik kom snel terug.”
De deur sloeg dicht op het moment dat de luidsprekers van de dichtstbijzijnde moskee een gebedsoproep lieten horen. Firas wist dat hij ruim een half uur zou hebben voordat Hassan zou terugkeren. Maar de klanten zouden elk moment kunnen binnenkomen. Er zou later geen tijd zijn voor een grote maaltijd, dus Firas stond midden in de keuken en schrokte een bord rijst met kikkererwten naar binnen.
Een groepje jonge mannen kwam lachend door de voordeur en ging aan hun gebruikelijke tafel zitten. Firas stopte de laatste hap in zijn mond en zette water op voor de thee.
De woordvoerder van de groep bestelde een rondje thee. Iemand anders vroeg om speelkaarten. Een andere jonge man van de groep onderbrak hem om te vragen om een hookah. “Doe er dit keer maar appeltabak in. We hebben genoeg van munt.”
Terwijl hij de pijp klaarmaakte, hoorde Firas de jongens praten over de vrouwen op de soapserie die werd uitgezonden tijdens de Ramadan. Iets in hun gesprek gaf hem een ongemakkelijk gevoel. Het was de heilige maand, waarin moslims zich onthielden van lichamelijk genot gedurende de dag. Maar voor sommige mensen leek het wel alsof het breken van het vasten ook gelegenheid gaf voor ongeremd gedrag. Hoe kan dit God behagen? Mijmerde Firas.
Hij negeerde de pijn en dacht eraan hoe trots zijn vader zou zijn als hij kon zien hoe hard hij werkt, zoals een goed moslimman moet doen.
Voor het eetcafé namen twee mannen plaats op de bank. Ze kletsten terwijl ze hun gebedskralen werkloos tegen elkaar lieten tikken op het moment dat Firas hun thee bracht. “Ya Allah – Goede God! Het is een hete Ramadan,” zei één van hen.
“Zeg dat wel,” antwoordde de andere man. Ze hielden hun sigaretten voor Firas. Hij trok de aansteker van Hassan uit zijn zak en stak hun sigaretten aan terwijl hij met zijn mouw over zijn voorhoofd streek.
Vele uren later sloot Firas de deuren van het eetcafé en nam een flinke teug adem. Het voelde als de eerste ademteug van de dag.
“Ik heb zo hard gewerkt!” prees hij zichzelf trots.
Maar terwijl hij door de donkere straat naar het appartement liep, voelde Firas een knagende pijn in zijn maag. Hoe kon hij zo hongerig zijn? Hij had juist alle restjes van het restaurant gegeten die Hassan hem had gegeven.
Hij negeerde de pijn en dacht eraan hoe trots zijn vader zou zijn als hij kon zien hoe hard hij werkt, zoals een goed moslimman moet doen. Hij moest gewoon doorgaan met voor zijn familie zorgen. Ten slotte, dacht hij, is dat niet waar het om gaat als man? Is dat niet waar het om draait in de islam?
De pijn steeg op naar zijn hart. Hij besefte dat het geen honger was. Het was de koude pijn van leegte.
Misschien bid ik niet genoeg, vroeg hij zich af.
Firas kroop in zijn bed en dacht aan de jonge mannen in het eetcafé die overdag vasten en `s nachts feesten.
“Ik probeer te doen wat ik moet doen,” zei Firas hardop. “God, is dit niet wat U van mij verlangt? Waarom voel ik me dan nog zo leeg?”
Dit is het achtste deel van Firas’ verhaal.
Lees hier: deel 1, deel 2, deel 3, deel 4, deel 5, deel 6, deel 7, deel 8, deel 9, deel 10, deel 11, deel 12, conclusie
GEBEDSFOCUS
De Ramadan is een tijd waarbij mensen intens bezig zijn met spiritueel vasten. Deze tijd is bedoeld om mensen dichter naar God te trekken. Toch kan voor sommige moslims de focus komen te liggen op de uitspatting die elke avond volgt na het vasten.
Jezus zei tot hen, “Ik ben het brood des levens; wie tot mij komt zal geen honger hebben, en wie in mij gelooft zal nooit dorst hebben.” Johannes 6:35
- Bid met ons mee dat moslims zullen zoeken naar het Brood des levens, de enige bron van geestelijk voedsel dat hun honger kan wegnemen en hun dorst kan lessen
- Vraag onze Hemelse Vader om moslims te laten zien dat hun werk ontoereikend is. Dat ze mogen hongeren en dorsten naar Jezus Christus.
- Vraag de Heilige Geest om hen Jezus te laten zien, Gods eeuwige Zoon – de Enige die hun ziel kan vervullen in dit leven en hen kan bewaren voor de eeuwigheid.
Dagelijks tijdens de ramadan gebedspunten ontvangen op je telefoon of tablet? Download nu de app ’30 dagen gebed’.