Ga mee naar een ontmoeting met Maryam
Vijf weken geleden landde ik weer op het Arabisch Schiereiland. Een gevoel van thuiskomen omarmde me. Mensen ontvangen me graag, helpen mij met plezier om hun leven beter te begrijpen en tonen interesse terug. Vandaag neem ik je mee naar zo’n ontmoeting.
Maryam
Ik knoop mijn hoofddoek om. Ongeveer vijf minuten later arriveer ik met stoffige voeten bij Maryam. Daar klop ik op de plastic poort. “Hud Hud,” roep ik. Een jongetje in een witte jurk kijkt met een grijns op zijn gezicht om het hoekje. Hij herkent me en rent meteen naar binnen om zijn grote zus te halen. Ik zoek alvast een plaatsje in de schaduw van de zelfgemaakte overkapping. Na twintig minuten komt ze naar buiten. Ze lag vast te slapen, denk ik. We groeten elkaar met de standaard beleefdheden en vragen minimaal vijf keer hoe het met elkaar en onze families gaat.
De gevreesde snelweg
Maryam is een ongehuwde vrouw van in de twintig en woont bij haar familie. Ze helpt me graag wanneer ik vragen heb en ik weet haar regelmatig te vinden. Ik begin te vertellen:
“Afgelopen weekend reden we over een lege snelweg van een paar banen breed. Ik hoorde dat deze weg nieuw is. Nadat deze weg geopend was, zijn er ernstige ongelukken gebeurd.
Ik hoorde ook dat mensen deze weg vermijden omdat ze geloven dat er jinns (geestelijke wezens) wonen. Ik snap het niet goed. Kan je vertellen wat jij weet en gehoord hebt?” “Je bent over die weg gegaan?!” roept ze. “…De mensen die daar wonen hebben contact met jinns. De politie heeft onderzoek gedaan naar de ongelukken, maar mensen zijn gewoon verdwenen – meegenomen door de jinns.” Waarheen? – vraag ik mij af. Ze ziet mijn verwarde blik en vertelt verder: “Jinns hebben een eigen wereld. Daar zijn die mensen denk ik. Net zoiets als de aarde, maar dan voor jinns.”
Bidden voor hoofpijn
Naïma, de moeder van Maryam, komt bij ons zitten. Ze schenkt zoete thee met kardemon in doorzichtige glaasjes. Ze vertelt dat ze hoofdpijn heeft. Zo lang ik haar ken heeft ze pijn. Voor het eerst vraag ik of ik voor haar mag bidden. “Graag!” zegt ze tot mijn verbazing. Ik vertel haar dat ik altijd in de naam van Jezus bid, omdat Hij heeft gezegd dat we in Zijn naam alles mogen vragen en tot God mogen bidden. “Helemaal goed.”
Even later beëindig ik het gebed met ‘amien’. Naima bevestigd met haar ‘amien’. Ik zie een geraakte en vertwijfelde uitdrukking op haar gezicht. Ze vraagt: “Waarom vroeg je in het dialect of God de hoofdpijn wil genezen? Waarom niet in de religieuze taal?” “…Maar die taal ken ik helemaal niet.” zeg ik. Ze lacht. “God heeft je vast gehoord. Hij ziet dat je een goed hart hebt.”
Wat gelooft ze?
Maryam en Naïma halen mij die avond op. Ze willen mij voorstellen aan hun nichten. De zeven nichten, hun broers en ouders wonen in een prachtig huis waardoor ik me in de sprookjes van 1001 nacht waan. Weer gaat er geruime tijd voorbij aan beleefdheden. Ze vragen meerdere keren hoe het met mijn man en kinderen gaat. De tante van Maryam is direct in haar vragen en opmerkingen. Ze kijkt Maryam aan en vraagt: “Is Jasmijn moslim of christen?” Maryam aarzelt en zegt dat ik christen ben. “Maar niet zoals je denkt”, voegt ze er aan toe. In te snel Arabisch ontstaat er een discussie tussen Maryam en haar tante, waarin ik een aantal standaard vooroordelen herken. De tante kijkt mij aan.
Na een stilte begin ik: “Weet je, ik ben onder de indruk hoe toegewijd moslims kunnen zijn. Soms denk ik: die mensen zijn veel beter dan ik ben. Tegelijk weet ik dat God volmaakt is. Heilig. Ik kan nooit bij Hem komen, daar is Hij te heilig voor. Ik geloof dat God daarom naar ons is gekomen. In de persoon Jezus. Jezus geeft mij nu leven en is de weg naar God. ” De tante is stil. Ze is het vurig met mij eens dat God heilig is en dat niets onheiligs in Zijn nabijheid kan komen. Ze kijkt me aan alsof ze nog nooit zoiets gehoord had. Ze lijkt in verwarring gebracht.
De vrouwen die ik ontmoet
Vrouwen als de tante van Maryam ontmoet ik regelmatig. Vol van hun religie. Vaak verward en een moment stil als ze een ander verhaal over hun Schepper horen. Vrouwen als de moeder van Maryam ontmoet ik ook regelmatig. Smachtend naar heling van lichamelijke pijnen. En vrouwen als Maryam ontmoet ik soms. Zij zijn voor mij een brug naar andere vrouwen en helpen mij de taal en cultuur beter begrijpen.
Gaan
Heb jij ook het verlangen dat vrouwen zoals Maryam en haar moeder en tante het Goede Nieuws leren kennen? Een team op het Arabisch Schiereiland is op zoek naar een (shortterm) vrouwenwerker. Iets voor jou?
Maandelijks vergelijkbare verhalen in je mailbox ontvangen? Meld je hier aan!