Met de intentie de wereld te veranderen verliet ik als jonge Amerikaanse vrouw de universiteit. Ik droomde ervan om naar de andere kant van de wereld te gaan. Ik wilde vrouwen die in armoede leefden helpen om een duurzaam inkomen te verdienen. Het was simpel, maar dit was mijn plan.
Voor drie weken was ik in Zuidoost-Azië en maakte ik kennis met de armsten van de armsten. Mijn simpele plannetje om de wereld te veranderen viel in stukjes uiteen.
Het was tijdens mijn eerste zomer na de universiteit. Ik was met een short-term team naar Zuid Oost Azie gegaan om onder de armen in de stad te werken. De meeste van hen waren moslim. Ons team werkte samen met locale partners in de uitgestrekte sloppenwijken. We zaten langs de weg naast families die geen huis hadden en speelden met wezen en straatkinderen.
Ik heb behoorlijk wat geleerd in die drie weken. Zorg dat je altijd een paraplu bij je hebt. Kijk ‘s nachts uit voor vleesetende mieren. Denk niet dat er altijd wc papier is. Sommige lessen tijdens deze korte blootstelling aan armoede in de stad waren ronduit ontnuchterend. (Je geeft je restjes na een restaurantbezoek aan een hongerig kind en dit leidt tot een opstootje waar de kinderen vechten voor een beetje eten.)
Als ik ‘s morgens wakker werd telde ik de dagen totdat ik weer weg kon. Ik voelde me fysiek, emotioneel en geestelijk zo ongemakkelijk op die plek. Hoe kon het zijn dat deze armoede en de overvloed die ik kende uit Amerika op dezelfde planeet naast elkaar bestonden? En wat kon ik doen aan deze ongelijkheid? Ik was er niet zo zeker van dat ik uit het juiste hout gesneden was om dit long-term vol te houden, ik wist in ieder geval dat ik er niet de compassie voor had.
Ik was naar Zuid Oost Azie gegaan met mijn goed bedoelde idee dat ik in eigen kracht de wereld zou kunnen veranderen. Dat idee veranderde die zomer radicaal.
Met een zucht van verlichting ontdekte ik in het Woord dat God’s doel en plan om de volkeren te zegenen beter is dan het mijne.
Mijn plan was om in Zuid Oost Azië de wereld in mijn eigen kracht te veranderen. Dat idee veranderde die zomer radicaal. God begon mij duidelijk te maken dat Hij zoveel groter is dan ik ooit kon geloven. Dat moest ook wel want niemand behalve God is onbaatzuchtig, liefhebbend of sterk genoeg om door hopeloosheid, oneerlijkheid en het duivelse van de armoede in de stad heen te breken.
Met een zucht van verlichting ontdekte ik in het Woord dat God’s doel en plan om de volkeren te zegenen beter is dan het mijne. Na deze reis gaf God mij een dubbele roeping: Moslims bereiken- degenen die de minste toegang tot het evangelie hebben- en het dienen van de armen in de stad. Bijna een kwart van de armen in de stad zijn moslims, vertelt een ervaren leider van Frontiers die ook een voorvechter voor de armen is. “En het worden er steeds meer” vertelde hij me.
Het helpt niet dat er geen poging is gedaan om het precieze aantal moslims in armoede te berekenen. We weten dat meer dan de helft van de wereldbevolking in stedelijke gebieden leeft, een derde daarvan leeft in sloppenwijken.
Als er meer armoede komt zijn er meer trouwe werkers nodig die naar de armste en meest kwetsbare moslimgemeenschappen gaan.
Teams van Frontiers ervaren dat groepen arme moslims echt open staan voor Jezus Christus, maar als er meer armoede komt zijn er meer trouwe werkers nodig die naar de armste en meest kwetsbare moslim gemeenschappen gaan.
Dus begon ik met voorbereidingen om mij bij een Frontiers team aan te sluiten en te vertrekken naar een moslim gemeenschap in een van de sloppenwijken. En toch vroeg ik mezelf regelmatig af of ik het in me had: doorbijten als het moeilijk was. “ Ik ben er niet zeker van dat ik dit kan,” vertrouwde ik goede vrienden toe.
In mijn nieuwe thuisland ontdekte ik dat duizenden mannen, vrouwen en kinderen ‘dit’ allang aan het doen waren. Ik was beland in een bloeiende gemeenschap waar men deskundig was in het waardig in armoede leven. Mijn moslim buren leerden me hoe ik moest koken zonder elektriciteit, te overleven zonder koelkast en airco. Ze lieten me zien hoe ik de water bezorging per ezelkar moest regelen en hoe ik hongerige geiten buiten de deur hield.
Samen ondervonden we een heleboel uitdagingen die gerelateerd zijn aan armoede en zwak bestuur. We doorstonden dezelfde hoosbuien, hittegolven, watertekorten, staatsgrepen en terroristische dreigingen.
Ik was beland in een bloeiende gemeenschap waar men deskundig was in het waardig in armoede leven.
Het allerbelangrijkste was dat mijn moslim buren kennismaakten met de hoop in Christus. Voor de eerste keer zagen ze hoe volgelingen van Jezus zonder angst leven – een krachtige getuigenis voor degenen die bang zijn voor eeuwige veroordeling.
Je hoeft geen bijzonder mens te zijn om in een sloppenwijk te werken. Er is afhankelijkheid van God voor nodig. God die niets liever wil dan Zijn volgelingen vullen met weerbaarheid en waardigheid die nodig zijn om het evangelie te brengen aan degenen die dit nog nooit hebben gehoord.
Je voelt je misschien niet heel bijzonder, en dat is normaal. Toch kun je JA zeggen. God geeft je wat je nodig hebt om Jezus Christus te delen met moslims die het heel hard nodig hebben te weten dat Hij hun onvergankelijke hoop is.
Nodigt God jou uit om onder arme moslims in de steden te gaan werken? Ga mee op één van onze shortterm reizen of ga zelf voor een langere periode naar één van onze teams.
Lees hier de andere blogs over India:
Hindoe tempel of toch een moskee?
India – een totaal andere wereld
Vergeving in India
India is een Oceaan