Nieuwe hoop in tijden van crisis

Ons Frontiersteam verhuisde naar een nieuwe locatie in Centraal-Azië met het oog op een plattelandsvolk dat in de bergen woonde. Toen we aankwamen, werden we ontmoedigd toen we hoorden dat de mensen in de bergen niet op buitenlanders zoals wij zaten te wachten. We konden niet naar hun dorpen reizen, laat staan onder hen leven.

Toch waren we er zeker van dat God ons had geroepen om deze mensen te dienen. Daarom vestigden we ons in een nabijgelegen stad en baden we voor mogelijkheden om met hen in contact te komen.

De focus verleggen?

Na een jaar kenden we nog maar een handvol gezinnen van de bevolkingsgroep die God op ons hart had gelegd, ook al wisten we dat er nog veel meer in onze nieuwe stad woonden. We vroegen ons af of het tijd was om onze focus te verleggen.

Toen sloeg de corona pandemie toe. Net als in veel andere regio’s in de wereld begonnen bedrijven te sluiten, mensen verloren hun baan en velen leden honger.

Op een dag kwam een van mijn weinige vrienden uit de bergbevolking, Fevzi, bij me thuis. We praatten de hele middag in de schaduw van een boom in de voortuin en Fevzi vertelde me dat zijn zoon een goede baan had gevonden. De meeste van zijn vrienden waren niet zo gelukkig.

“Ik zag een sprankje hoop in zijn ogen, en ik kon het niet verdragen om hem teleur te stellen.”

“Kunnen we jouw volk helpen?”

“Fevzi,” zei ik, “denk je dat we iemand van jouw volk kunnen helpen?”

Zijn ogen lichtten op. “Oh, ja. Veel mensen hebben geen mogelijkheid om voor hun gezin te zorgen.”

Hoewel we de crisis waarin onze buren verkeerden betreurden, hoopten we dat Jezus’ Naam zich daardoor zou verspreiden.

“Maak een lijst met een paar gezinnen, misschien zeven,” stelde ik voor.

De volgende dag kwam hij bij mij thuis met de lijst.

“Wauw,” zei ik. “Er staan 12 gezinnen op de lijst.” Ik richtte mijn ogen op de zijne en zag een sprankje hoop, en ik kon het niet verdragen om hem teleur te stellen. “Ik zal mijn best doen om ze allemaal te helpen.”

“Goed.” Hij glimlachte naar me. Een paar dagen later voegde hij er nog 25 aan toe.

Ik besloot dat als God ons 37 families had gegeven om te bereiken met de Naam van Jezus, Hij ons ook een manier zou geven om dat te doen.

Meer problemen dan alleen de corona pandemie

Ik begon de hoofden van elk gezin te ontmoeten en kwam er al snel achter dat de corona pandemie niet de enige crisis was waar ze mee te maken hadden. Er was een conflict uitgebroken tussen hen en een naburige bevolkingsgroep. Tachtig gezinnen waren naar de hoofdstad gevlucht nadat vijanden hun huizen hadden platgebrand en hen met bijna niets hadden achtergelaten.

Onze lijst met families in nood bleef groeien en bereikte in korte tijd de vijftig. We waren onder de indruk van hoe God ons in contact bracht met mensen uit de bergen. Tijdens onze tijd bij deze gezinnen leerden we dat veel van de mannen houtsnijders waren. Maar ze waren hun gereedschap in de brand kwijtgeraakt en konden niet meer aan het werk.

De start van een bedrijfje

Ik had ervaring in de bouw, dus besloot ik een bedrijfje voor deze houtsnijders te beginnen. Met wat geld gedoneerd door een vriend, kocht ik het gereedschap dat we nodig hadden en zette ik genoeg opzij voor een maandsalaris voor de mannen.

De houtsnijders gingen enthousiast aan de slag, blij dat ze weer voor hun gezin konden zorgen. Nu had ik nog meer tijd om met deze mannen door te brengen, wat meer mogelijkheden betekende om verhalen over Jezus met hen te delen.

Het duurde niet lang voordat ons bedrijfje bekendheid kreeg in de stad. Het nieuws dat we met houtsnijwerk versierde kisten en fotolijstjes maakten verspreidde zich in de stad. Al snel bracht het werk genoeg op om in het salaris van elke arbeider te voorzien. Zelfs hooggeplaatste overheidsfunctionarissen begonnen te vragen om op maat gemaakte artikelen voor hun huizen.

Verwondering over wat God doet

Ik voelde me als een van Jezus’ discipelen die zag hoe Hij broden en vissen vermenigvuldigde. Voor mijn ogen was God onze gebeden aan het verhoren. Dit programma heeft er niet alleen voor gezorgd dat veel gezinnen weer op de been konden komen, maar het heeft ons ook in staat gesteld om in contact te komen met een bevolkingsgroep die onmogelijk te bereiken zou zijn. Het Goede Nieuws blijft zich verspreiden onder de onbereikten op een manier die we ons nooit hadden kunnen voorstellen.

Gebedspunten

  • Prijs God dat Hij Fevzi’s volk een manier heeft gegeven om voor hun gezinnen te zorgen. Vraag God om hun harten te openen voor Zijn waarheid.
  • Bid voor andere ontheemde gezinnen in nood om vertrouwen in Jezus en vast werk te vinden.
  • Vraag de Heer om meer nieuwe en creatieve oplossingen te openbaren aan werkers in moeilijke omstandigheden, voor Zijn glorie in de moslimwereld.

Maandelijks vergelijkbare verhalen in je mailbox ontvangen? Meld je hier aan!